Mijn violen

Mijn nieuwste violen zijn geïnspireerd op de viool van mijn grootmoeder. Mijn oma is geboren in 1900 en speelde als kind al viool. Haar ouders kochten een viool voor haar bij Karel van der Meer in Amsterdam. Uit dendrologisch onderzoek weten we dat de viool waarschijnlijk rond 1715 in Engeland, Vlaanderen of Nederland is gemaakt: tot voor kort waren experts daar niet zeker van. Onlangs ontdekte Hubert de Launay nog 3 andere violen en een altviool van dezelfde hand. De viool is waarschijnlijk gemaakt door een nog onbekende leerling van Hendrik Jacobs, Amsterdam.

Welving en dikte

De welving is van wezenlijk belang voor de kracht, klankkleur en bespeelbaarheid van mijn violen. Ik pas de architectuur van de welving aan de omtrek aan. De f-gaten moeten organisch passen in de welving van de bovenplaat. De optimale dikte van de platen wordt “gegeven” door de kwaliteit van het hout en beoordeeld op de flexibiliteit en klankvrijheid van de platen.

Keuze van het hout

Ik maak mijn violen van goed gerijpt hout, vaak uit de voorraad van gepensioneerde vioolbouwers. Sparrenhout - ook wel - vurenhout (Sitka abies) uit de Alpen voor het bovenblad en esdoorn (Acer pseudo platanus) uit de Karpaten.

Bekijk mijn violen: